In vrijwel alle situaties dat een burn-out zich aandient, is er sprake van een toenemende mentale en fysieke vermoeidheid.
Burn-out bestaat volgens Christina Maslach (Hoogleraar Psychologie Universiteit van Californië in Berkeley) uit drie, min of meer samenhangende verschijnselen:
- Uitputting (extreme vermoeidheid),
- Cynisme (afstand hebben van het werk, dan wel van de mensen met wie men werkt),
- Een lager zelfbeeld m.b.t. de eigen inzetbaarheid en kwaliteiten.
Deze drie aspecten komen ook voor in de sinds 1984 bekende Burn-out test ‘MBI, Maslach Burn-out Inventory en in de in Nederland bekende Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS).
Burn-out profiel
Mensen welke het risico lopen in een Burn-out te geraken vertonen vaak een aantal overeenkomstige gedragskenmerken/eigenschappen, zoals: perfectionisme; hebben van te hoge verwachtingen van zichzelf en anderen; zeer gewetensvol; een hoge loyaliteit jegens anderen; eerst aan anderen denken, pas daarna aan zichzelf; geneigd zijn om de kar te trekken; gebrekkige planningsvaardigheden; moeite met zaken overdragen of delegeren; een groot verantwoordelijkheidsgevoel; schuldgevoelens als het werk niet afkomt; vaak over de eigen grenzen heen gaan; moeite met ‘nee’ zeggen en geneigd zijn om het om het werk boven het privéleven laten prevaleren.
Burn-out algemeen
Burn-out is het eindstadium van langdurige roofbouw op lichaam en geest. Een Burn-out dient zich aan wanneer mensen ondanks de stress-/spanningsklachten niet van opgeven weten. Ze blijven hard aan het werk en zijn zich vaak niet bewust van de ernst van hun klachten. Hoe groter de uitputtingsverschijnselen zijn, hoe erger de klachten worden. Het doen van de gewone dagelijkse dingen wordt steeds moeilijker. Alles kost extra veel energie. Het wordt ook steeds moeilijker hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Ook dringen zich gedachten op als ‘waar doe ik het allemaal voor?’ en ‘ik sta overal alleen voor’. De houding ten opzichte van het werk wordt vaak afstandelijk en negatief. Er ontstaat een gevoel van ‘voor mij hoeft het allemaal niet meer’ of ‘laat ze het allemaal maar uitzoeken’. Uiteindelijk raakt de koek helemaal op. Een klein voorval is dan vaak de druppel welke de emmer doet overlopen. De accu is nu helemaal leeg: de persoon is opgebrand (‘Burn-out’). Een Burn-out uit zich in ernstige lichamelijke en geestelijke vermoeidheid. Rust en tijd alleen zijn niet voldoende voor herstel. Hulp, behandeling en verandering zijn nodig.
Recent onderzoek naar stress en burn-out
Werkgerelateerde stress, burn-out en ook RSI, zijn de grote veroorzakers van gezondheidsklachten. Jaarlijks meldt twee tot vier procent van de werknemers zich ziek vanwege stress op het werk. Vijftien procent krijgt door het werk klachten aan armen, nek of schouders, die tot beperkingen leiden. De jaarlijkse kosten van stress en RSI op het werk worden in totaal op zes miljard euro geschat. Dat staat in een recent rapport van onderzoeksbureau TNO. TNO deed, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onderzoek naar gezondheidsschade en kosten, die het gevolg zijn van psychosociale arbeidsbelasting en lichamelijke klachten. De gezondheidsklachten die door RSI ontstaan worden door TNO op ruim twee miljard euro per jaar geschat; de verminderde arbeidsproductiviteit door RSI op ruim 800 miljoen euro per jaar. Als het om stress gaat, kan de meeste gezondheidswinst worden behaald in de industrie, de gezondheidszorg, de handel, de overheid, het vervoer en de communicatie.
Ontregeld lichaam
Een kijkje in de wereld van de stressfysiologie leert dat bijna al deze klachten terug te voeren zijn op de ontregeling van het autonome zenuwstelsel en de (stress)hormoonhuishouding. De ervaring van chronische stress zorgt voor overbelasting en vervolgens ontregeling van deze systemen. De ontregeling zorgt op haar beurt voor klachten van zowel fysieke, emotionele als cognitieve aard.
Het blijkt voor menigeen een hele geruststelling om te horen dat de verhoogde emotionaliteit (kort lontje, huilerig, angstig) die ze vaak ervaren, meestal een gevolg is van deze lichamelijke ontregeling en niet direct hoeft te duiden op een psychische stoornis. Veel van deze klachten gaan, als de ontregeling langzaam wordt teruggedraaid door bijvoorbeeld een aantal praktische leefregels te gaan hanteren, vanzelf weer over. Als iets kenmerkend is voor stressproblematiek en dus voor burn-out, dan is het dat psychische en fysieke factoren voortdurend op elkaar inwerken. Daarbij wordt de invloed welke de stressfysiologische factoren op de gemoedsrust hebben, nog wel eens onderschat. Psychische reacties (angst-, boosheid-, vermoeidheidsreacties e.d.) kunnen met andere woorden niet alleen psychisch, maar ook psycho-fysiologisch worden verklaard.
Informatie over en aandacht voor de fysieke verklaring van burn-outklachten helpt om het gevoel dat men mogelijk lijdt aan een psychische stoornis te temperen, wat er vervolgens weer voor zorgt dat het overbelaste autonome zenuwstelsel een zetje in de goede richting kan krijgen. Wij laten het behandelen van burn-out klachten graag over aan de daartoe opgeleide specialisten.
Burn-out oorzaken
Afgezien van het hiervoor beschreven psycho-fysiologische verklaringsmodel van burn-out klachten is er bij een Burn-out op werkgebied zelden een goede balans tussen de eigenschappen/capaciteiten/behoeften van de persoon en de aard van de werkzaamheden en/of de kenmerken van het team c.q. de organisatie. Oorzaken hiervan kunnen zijn:
Burn-out risicoprofiel: perfectionisme; hebben van te hoge verwachtingen van zichzelf en anderen; zeer gewetensvol; loyaliteit jegens anderen; eerst aan anderen denken, pas daarna aan zichzelf; geneigd zijn om de kar te trekken; gebrekkige planningsvaardigheden; moeite met zaken overdragen of delegeren; een groot verantwoordelijkheidsgevoel; schuldgevoelens als het werk niet afkomt; vaak over de eigen grenzen heengaan; moeite met ‘nee’ zeggen; geneigd om het om het werk boven het privéleven laten prevaleren.
Werkinhoud: onduidelijke taken; onduidelijke verantwoordelijkheden; te zware werkbelasting; hoge werkdruk; frequente piekbelasting
Teamkenmerken: slecht doorspreken en/of niet nakomen van afspraken; onduidelijke onderlinge verwachtingen; teveel onderlinge druk/kritiek; gebrek aan waardering; gebrek aan steun/collegialiteit; geïsoleerd werken; conflicten; pesten
Organisatiekenmerken: bureaucratie; reorganisaties; recente fusies/overnames; voortdurende veranderingen; onduidelijk HRM beleid; gebrekkig of geen loopbaanperspectief; niet heldere functie-inhouden; meerdere functies met strijdige belangen; onscherpe taakafbakeningen; tegenstrijdige rolverwachtingen; hoge mentale belasting; verwachtingen sluiten onvoldoende aan op de persoonskwaliteiten.
Privé-omstandigheden: gezondheidsproblemen kinderen en/of levenspartner; te weinig tijd voor de thuisbasis; partner-relatieproblematiek; opvoedingsperikelen; te weinig ontspanning
Burn-out typen
Naast de hiervoor beschreven oorzaken, zijn er bepaalde typen mensen welke een extra groot risico lopen op het krijgen van een Burn-out. Het betreffen hier de volgende typen:
De helper in nood
De ‘helper in nood’ investeert vooral in anderen, toont zich zeer betrokken en denkt weinig aan zichzelf. Verkeert de ander in de problemen, dan kan men altijd bij hem terecht en geeft hij hen alle tijd en ruimte. Hij vergeet geen enkele verjaardag en wie wat langer ziek is kan rekenen op een ziekenbezoek en een bloemetje. Is er sprake van onderlinge conflicten dan stelt hij zich op als vredestichter. Hij manifesteert zich vriendelijk en aardig, bemiddelt zo nodig tussen partijen, heeft oog voor alle kanten van de zaak en vermijdt confrontaties. Hij dicht zichzelf vele vaardigheden toe, praat anderen voortdurend moed in en benadrukt daarbij ook hun talenten. Probleem is dat hij zijn eigen wensen en behoeften doorlopend veronachtzaamt. Anderen bestraffen, disciplineren en ‘nee’ zeggen gaan hem moeilijk af. Levert het allemaal niets op dan blijft hij gekwetst, vermoeid, verbitterd en vaak ook cynisch achter, waarbij zijn cynisme kan omslaan in het anderen de gang van zaken kwalijk te nemen.
De pietje-precies
De ‘pietje-precies’ is een feitengericht en tamelijk introvert persoon, welke vooral op de kleintjes let. Hij verwacht een zeer hoge werkkwaliteit van zichzelf en anderen, werkt zeer nauwgezet en stelt de geldende procedures en regels centraal. Hij werkt langzaam en gestaag en is slecht bestand tegen tijdsdruk, waarbij naast de kwantiteit de kwaliteit in het geding kan komen. Hij ervaart met name stress wanneer er sprake is van deadlines en productiepieken. Hij is geneigd zichzelf voortdurend op detailniveau te controleren en om genomen besluiten telkens kritisch te evalueren, waardoor het werk zich voor hem blijft opstapelen, zonder dat er een eind aan komt. Hij beoordeelt de inbreng van anderen vaak kritisch, wat irritaties en spanningen oplevert in de samenwerking.
De rots in de branding
Op de ‘rots in de branding’ kan men altijd rekenen, ook al is er sprake van veel water, wind en tegenslag. Hij is voor geen kleintje vervaard, toont zich vaak van zijn innemende en welwillende zijde, zet er telkens weer de schouders onder en levert daarbij een niet aflatende inzet en een grote dosis energie. Heeft men hem niet meer nodig of waardeert men hem niet meer voor zijn inbreng, dan vloeit zijn energie weg, raakt hij gedemotiveerd, gaat hij aan zichzelf twijfelen en raakt hij soms geprikkeld, boos of depressief.
De wereldverbeteraar
De ‘wereldverbeteraar’ is idealistisch ingesteld, streeft hoge doelen na en is vaak niet tot schipperen bereid. Hij is zeer principieel in zijn overtuigingen en heeft niet alleen hoge verwachtingen van zichzelf, maar ook van anderen. Is de ander minder principieel dan hij, dan kan hij verbolgen reageren. Hij wordt door een selecte groep vaak op handen gedragen, alhoewel hij anderen dikwijls tegen de haren instrijkt omdat hij hen het gevoel geeft dat zij niet aan zijn hooggespannen verwachtingen voldoen. Dit leidt nogal eens tot spanning en irritaties. Roept hij weerstand op of lopen de zaken niet zoals verwacht, dan tracht hij de anderen op sleeptouw te nemen en steekt hij er extra veel energie in om zijn doelen alsnog te realiseren. Leidt dit alles uiteindelijk tot niets, dan raakt hij cynisch en verbitterd.
De loyale hond
De ‘loyale hond’ vereenzelvigt zich per definitie met het organisatiebelang. Zo stelt hij het bedrijfsbelang boven het eigenbelang. Hij is zeer getrouw en verwacht zijn loyale opstelling ook naar zichzelf toe. Zolang dit goed gaat is er wat hem betreft niets aan de hand. Hij voelt zich in zijn element wanneer men hem hierin waardeert. Toont men naar hem toe geen of weinig loyaliteit of waardering, dan raakt hij verbitterd. Loyale honden doen zichzelf vaak het nodige tekort.
De alleskunner
De ‘alleskunner’ leeft in de veronderstelling dat niets hem teveel is en dat hij alles aankan. Hij heeft veel moeite met delegeren. Hij streeft er telkens weer naar alle schoteltjes gelijktijdig in de lucht te houden en denkt dat hij 1000 dingen tegelijkertijd kan. De alleskunner is zeer productief en doet er, wanneer het proces dreigt te stagneren, nog een schepje bovenop. Signalen dat het dreigt mis te gaan hoort of ziet hij niet, of negeert hij. Uiteindelijk gaat het mis wanneer het hem allemaal teveel is geworden. Anderen verwachten doorgaans niet van hem dat hij zal instorten, geneigd als zij zijn om hem er tussentijds juist extra verantwoordelijkheden en werkzaamheden bij te geven
De fijngevoelige
De fijngevoelige neemt de eigen emoties en de emoties van anderen vaak intens waar en voelt stemmingen en sferen goed aan. Hij is zorgzaam ingesteld en is sterk bezig met het anticiperen op de behoeften van anderen. Grenzen aangeven gaat hem moeilijk af. Hij heeft relatief meer en sneller last van stress, spanning en fysieke klachten, zoals hoofdpijn, allergieën, maag-/darmklachten, chronische vermoeidheid etc. Hij heeft gemiddeld meer tijd nodig om indrukken te verwerken en dit kost hem bovendien de nodige energie. Door kleine dingen raakt hij vaak al uit zijn evenwicht. Alle indrukken worden uitgebreid en intensief gefilterd. Hij heeft ook veel moeite met het uiten van zijn boosheid of ongenoegen en is geneigd om zijn boosheid naar zichzelf te richten. Gevaar is dat hij overspoeld wordt door de emoties en/of prikkels, waarbij zijn stemmingen met hem op de loop kunnen gaan.
De kritische ouder (alternatief woord ‘regelneef’)
De ‘kritische ouder’ is een actief, initiatiefrijk, doortastend en bazig persoon die in sterke mate geneigd is om de leiding en verantwoordelijkheden naar zich toe te trekken en die daarbij niet van loslaten weet. Hij is zeer gedisciplineerd en wilskrachtig, controleert anderen voortdurend op hun inbreng en output en leest hen de les wanneer de zaken niet zo lopen als verwacht. Wat dit betreft komt hij op anderen vaak als bedilziek en bemoeizuchtig over, wat de nodige irritaties geeft in de samenwerking. Hij is in sterke mate overtuigd van zijn eigen vaardigheden en kwaliteiten en voelt zich onzeker wanneer hij de controle verliest over de werkzaamheden van anderen. Hij laat dit echter niet aan de hen zien, maar is in dat geval geneigd om zich kritisch, negatief en verwijtend op te stellen. Loopt het allemaal mis dan geeft hij de ander al snel de schuld en gooit hij het bijltje erbij neer, om zich vervolgens zuchtend, vermoeid en uitgeput op zichzelf terug te trekken.
Het bore-out type
Het ‘bore-out type’ raakt paradoxaal genoeg gestrest door kwalitatieve en/of kwantitatieve onderbelasting. Hierbij valt te denken aan routinematig werk of aan werk onder het eigen competentieniveau. Er is sprake van verveling, gebrek aan uitdaging en een gebrek aan interesse. De symptomen van een Bore-out zijn vergelijkbaar met die van een Burn-out. Men gaat op zoek naar compensatoir gedrag om met de verveling in het eigen werk om te gaan, zoals: uitstellen van taken of taakonderdelen, verspreiden van het werk over meerdere dagen of doen alsof je toegewijd bent. Dergelijk compensatoir gedrag kan vaak jarenlang aanhouden. De persoon welke met een Bore-out worstelt raakt meer en meer teleurgesteld in zichzelf, boet sterk in aan zelfvertrouwen, raakt verstrikt in zelfverwijten en ontwikkelt een negatief zelfbeeld.
Burn-out kenmerken
Hieronder staan diverse kenmerken opgesomd, waarbij overigens geen sprake hoeft te zijn van de aanwezigheid van alle kenmerken om van een Burn-out te kunnen spreken.
Signalen op werkgebied: vermijden van sociale contacten; meer fouten maken; verminderde betrokkenheid bij werkzaamheden, onverschilligheid; onnodige risico’s nemen; minder productief en efficiënt zijn; onredelijk reageren op bepaalde situaties (eventueel agressief gedrag); meer roken en/of drinken; zenuwtrekjes; meer drugs gebruiken; meer medicijnen gebruiken zoals slaap- en/of kalmeringsmiddelen; het ontwikkelen van negatieve gedachten, ‘ik ben waardeloos’, ‘niemand heeft iets aan mij’; het ontwikkelen van angstige gedachten: ‘dit komt nooit meer goed’; afstandelijke gedachten: ‘iedereen zoekt het maar uit!’.
Somatisch; chronische vermoeidheid; aanhoudende hoofd-, maag- en/of buikpijn; maagzweren; rug-, nek- en gewrichtspijn; spierpijn; gebrek aan eetlust en misselijkheid; slapeloosheid; verminderde weerstand; vaak en langdurig grieperig; hartkloppingen; verhoogde bloeddruk.
Psychisch: somberheid; huilbuien; piekeren; machteloosheid; lusteloos; futloos; besluiteloosheid; vergeetachtigheid; verminderd concentratievermogen; opgejaagd en rusteloos gevoel; angstig voelen of paniekaanvallen; stemmingswisselingen; prikkelbaar en snel geïrriteerd (een ‘kort lontje’); alles is teveel, niet meer kunnen genieten; onzekerheidsgevoelens; minder zelfvertrouwen en een laag zelfbeeld; schuldgevoelens.
Het feitelijke Burn-out preventieprogramma
In vrijwel alle situaties waarin de eerste verschijnselen van de Burn-out zich aandienen, is er sprake van zowel mentale als fysieke ‘moeheid’. Maas OCD richt zich op het mentale aspect in relatie tot de functie, rol en organisatiecontext. Speciale aandacht is er daarbij voor vragen als welke factoren eraan hebben bijdraagt dat de persoon in kwestie alsmaar verder overbelast dreigt te raken en hoe een Burn-out op korte en langere termijn kan worden voorkomen.